In de voetsporen van Eugène Dubois
Modern paleo-archeologisch onderzoek
Sessievoorzitter:
Joep Orbons (Stichting Eugene Dubois)
- Hoofdpijler:
Wetenschap - Tweede pijler:
– - Werkvorm :
Korte lezingen/ pitches met paneldiscussie
Eugène Dubois was in de tweede helft van de 19e eeuw de grondlegger van de paleo archeologie. Als grensoverschrijdende wetenschapper, zowel letterlijk als figuurlijk overschreed hij de grenzen van meerdere vakgebieden. Na de ontdekking van de Javamens op Trinil werd hij als medicus hoogleraar in de geologie, de mineralogie en de paleontologie. Tevens heeft hij baanbrekend werk verricht op het gebied van de paleoklimatologie en –ecologie en de relatie mens-dier.
Sinds de 19e eeuw zijn flinke vorderingen geboekt. Het interdisciplinaire karakter van Dubois is nog altijd terug te vinden in moderne onderzoeken binnen de paleo archeologie, allemaal gedurfd vanuit een speciale invalshoek.
De sprekers tonen de diversiteit en het interdisciplinaire karakter waarbij de toegevoegde waarde voor de paleo archeologie naar voren komt. Hopelijk een uitdaging voor meer paleo archeologisch onderzoek.
DNA en eiwitten in de paleoanthropologie
Gedurende de afgelopen twintig jaar is het duidelijk geworden dat de preservatie van DNA en eiwitten in archeologische en paleoantropologische vondsten eerder de norm dan een uitzondering is, zeker in skeletmateriaal. Dit schept nieuwe mogelijkheden voor de studie van menselijke evolutie alsmede de analyse van de relatie tussen mens en dier, zeker in de context van jager-verzamelaars.
– – – – – – – –
Frido Welker
(Universiteit van Kopenhagen)
De eerste horde is het hoogst: prospectief onderzoek naar paleolithische vindplaatsen.
Tweederde van Nederland bestaat uit pleistocene afzettingen, maar daar wordt vooral gezocht naar holocene vindplaatsen. Paleolithische vindplaatsen zijn het slechts vertegenwoordigd in ons archeologische bestand, terwijl ze de langste periode van de geschiedenis van Nederland omvatten. Er zijn beproefde prospectieve methoden en technieken beschikbaar om ze op te sporen en er zijn vakmensen die daar goed in thuis zijn. Geen reden dus, om het niet te doen!
– – – – – – – –
Yannick Raczynski-Henk
(Den Ouden Bodac)
Hoe paleolithische archeologie de aandacht zou kunnen krijgen die het verdient
Binnen Malta-archeologie zijn paleolithische vondsten dikwijls bijvangst. Gericht onderzoek vindt spaarzaam plaats, terwijl de potentiële kenniswinst groot is. Onderzoek naar deze ‘oudste archeologisch resten’ vergt soms een andere insteek en aanpak binnen de AMZ-cyclus. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden wordt aangegeven hoe paleolithisch onderzoek plaats kan vinden binnen commerciële archeologie.
– – – – – – – –
Axel Muller
(ADC Archeoprojecten)
Mind the gap. Neanderthalers, mammoeten en vooral veel steen: de verbeelding van het diepe verleden
Het verre verleden is archeologisch weerbarstig, zeker in Nederland. Vuursteen, houtskool en soms wat botmateriaal vormen de schaarse overblijfselen uit een lastig decor. Toch is deze periode cruciaal in onze geschiedenis als soort. Goede presentatie is dus de moeite waard. Aan de hand van voorbeelden uit onder meer het recente Doggerlandproject wordt ingegaan op de mogelijkheden die wij als archeologen hebben de enorme afstand tot het paleolithicum voor een breder publiek te overbruggen.
– – – – – – – –
Luc Amkreutz
(Rijksmuseum van oudheden)