Onderzoek aan de maritieme geschiedenis van het IJsselmeergebied
Sessievoorzitter:
Bjørn Smit (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
- Hoofdpijler:
Wetenschap - Tweede pijler:
Publiek - Werkvorm :
Lezingen met gelegenheid tot vragen
Op de Reuvensdagen van 2019 in Apeldoorn was een succesvolle sessie gewijd aan de verdronken landschappen en prehistorie in het IJsselmeer en Markermeer. Dit jaar leggen we de focus op een aantal maritieme vondsten en inzichten afkomstig uit het Ijseelmeergebied.
Een ‘Gouden Eeuw’ van turf en binnenvaart met de Zuiderzee als centrum
De Zuiderzee is vanaf de late middeleeuwen tot de afsluiting in 1932 het dagelijkse vaargebied geweest van talloze binnenschippers. Zij spelen een bescheiden rol binnen de maritieme geschiedschrijving van Nederland, omdat hun activiteiten nauwelijks sporen hebben achtergelaten in de archieven. Toch zijn er bronnen om deze tak van de scheepvaart te onderzoeken: de meer dan 450 scheepswrakken die hier vanaf de eerste inpolderingen tot en met recente duikoperaties zijn aangetroffen. In deze presentatie zal worden ingegaan op één sector binnen de scheepvaart: het vervoer van turf tussen 1550 en 1700. Dit zal vanuit verschillende invalshoeken worden belicht: een historische, maritieme en archeologische benadering. Deze casestudy zal duidelijk maken dat de binnenvaart van groot belang is geweest bij de bloei van de Nederlandse economie en samenleving tussen 1550 en 1700.
– – – – – – – –
Wouter Waldus
(Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Het schip, het wrak en de ramp. Hoe historische bronnen, mondelinge overlevering en archeologische vondsten een maritieme drie-eenheid vormen
Scheepswrakken en scheepsrampen zijn twee maritieme fenomenen die elk een eigen benadering en onderzoeksmethodiek kennen, maar desalniettemin onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Immers, een scheepsramp resulteert in een scheepswrak en achter een scheepswrak gaat een specifieke ramp schuil. Toch lukt het om diverse redenen maar zelden om beide fenomenen met elkaar te verbinden. Tijdens deze lezing wordt aangetoond dat een combinatie van historische bronnen, mondelinge overlevering en archeologische vondsten tot een koppeling tussen wrak en ramp kan leiden, waardoor levendige en persoonlijke verhalen ontstaan die bijdragen aan de identiteit en waarde van scheepswrakken.
– – – – – – – –
Yftinus van Popta
(Rijksuniversiteit Groningen)
Een vroeg 16de eeuws waterschip bij Zeewolde, eerste resultaten en bevindingen van de Fieldschool 2022.
Tijdens de warme juli maanden van 2022 hebben studenten van verschillende opleidingsinstituten kennisgemaakt met het in het veld onderzoeken van een waterschip. Op de fieldschool Zeewolde georganiseerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met medewerking van Batavialand hebben deze studenten de ins-and-outs geleerd van het opgraven en onderzoeken van een 16e eeuws schip. Tijdens de presentatie zullen highlights en eerste inzichten worden gepresenteerd.
– – – – – – – –
Robert de Hoop
(Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Een scheepskerkhof voor de Friese kust
Het doel van archeologische monumentzorg onderwater is het beheer en behoud van waardevol maritiem erfgoed. Hoewel al veel overzichten bestaan van vindplaatsen onder water, zijn er toch grote gebieden in Nederland waar weinig van bekend is. Op basis van (historische) lodingsdata, archiefonderzoek en gegevens van vrijwilligers zijn gebieden gedefinieerd waar de kans groot is dat daar nog erfgoed op en in de waterbodem moet liggen. Een van die gebieden is de Friese kust van het IJsselmeer. In opdracht van de Rijksdienst is in 2021 ruim 30 km2 in kaart gebracht met sonar, waarbij 30 scheepswrakken zijn gevonden. Op enkele hiervan heeft de Rijksdienst in april 2022 een verkennend duikonderzoek uitgevoerd.
– – – – – – – –
Thijs Coenen
(Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)